Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de koning Salomo deed een [24]uitschot opkomen uit gans Israel; en het uitschot was dertig duizend man. 24. Hierdoor wordt verstaan een schatting niet van goed of geld, maar van personen en mannen, die verkoren en opgenomen werden om op het gebergte Libanon, tot de bouwing van den tempel, hout te houwen, enz. Vergelijk onder, hfdst.9 vs.21, en de aantekeningen.